Nieuw uit oud


Want er zal een Twijgje opgroeien uit de afgehouwen stronk van Isaï,

en een Loot uit zijn wortels zal vrucht voortbrengen. (Jes.11:1 HSV)

Lezen; Jesaja 11

Je hebt dat vast wel eens gezien. Een afgezaagde boom, die toch weer uitloopt. Je ziet het soms bij paaltjes in de grond, die onbewerkt zijn, ineens beginnen ze weer uit te lopen en gaat de boom verder waar het was afgehouwen. Zo vergelijkt Jesaja het huis van David. Straks, na de ballingschap zal er geen koningshuis meer zijn. Israel heeft nooit meer een koning gehad, in het vleselijke. De koning en zijn zonen zullen worden gedood. Zijn zonen voor zijn ogen, waarna ze hem de ogen uitsteken, zodat het laatste zal zijn wat hij heeft gezien. Afgehouwen. Maar dan de profetie over het Twijgje, de Here Jezus. Tegen Maria zegt de engel dat God Hem de troon van Zijn vader,David, zal geven. En tijdens het optreden van de Here Jezus was er verwachting dat Hij het zou zijn die de Romeinen het land uit zou jagen en het koningschap van Israel zou herstellen. Maar niets gebeurde van dat alles. Dat staat nog te gebeuren, tijdens het 1000jarige rijk. Dan komt ook de gehele profetie uit, van de wolf, die bij het lam verkeert etc. Maar de vrucht van de de Loot zijn jij en ik, wij allen, die ons discipelen van de Here Jezus noemen. Zijn volgelingen. Wij mogen in de kracht van de Heilige Geest (vers 2 en 3) die dingen doen die Jezus deed, Zijn Naam bekend maken en de Blijde Boodschap, het Goede Nieuws uitdragen, in woord en daad.

Ons handelen zal het Koninkrijk van God, nu vandaag, zichtbaar maken. God doet iets nieuws uitspruiten uit wat afgehouwen is. Het is ook meteen een beeld van nederigheid. Want de Koning der Koningen werd niet geboren in een paleis, maar in een stal. Iedereen die kwam feliciteren was niet een hooggeplaatste, maar stinkende herders en een paar verdwaalde asielzoekers. Hij was een ‘motje’ verwekt buiten het huwelijk. En had geen Name It, of Prenatal aan, maar werd in doeken gewikkeld.

Maar het is die Koning, wiens heerschappij geen einde zal hebben, voor Wiens Naam demonen op de vlucht gaan en ziekte moet wijken en die de satan vreest. Die Naam draagt mijn Heiland, mijn lust en mijn lied!

Plaats een reactie